De op 26 juli overleden Ierse zangeres Sinead O’Connor veroverde de wereld eind jaren tachtig stormenderhand, met de wereldhit ‘Nothing Compares 2 U’ (1990) als vroege kroon op haar werk. Zo snel als haar ster rees, richtte ze haar carrière door zelf gecreëerde controverses direct ook weer ten gronde. In commercieel opzicht dan, want haar beste werk verscheen daarna. Maar die gingen aan het grote publiek voorbij. Behalve dan in haar thuisland Ierland.
Het antwoord zit prachtig verpakt in de documentaire ‘Nothing Compares‘, van regisseur Kathryn Ferguson, die tot twee keer toe op de Nederlandse televisie is uitgezonden.
Religie was altijd een belangrijk thema op de acht albums die de dwarse O’Connor tussen 1992 en 2014 nog uitbracht. Een andere inspiratiebron was de rijke Ierse muziekcultuur. Met haar album ‘Sean-nós nua‘ (2002) wist ze Ierland – ondanks alle ophef die ze voortdurend veroorzaakte – in het hart te raken.
In Nederland stond dat (prachtige) album slecht één week in de Album Top 100, op nr. 93.
Op haar laatste album met de veelzeggende titel ‘I’m not bossy, I’m the boss‘ keerde Sinead O’Connor weer terug naar de popmuziek, waarmee ze in 1987 debuteerde. Er waren lovende recensies. In veel landen een terugkeer in de hitlijsten en in Ierland een nr. 1 notering, haar eerste nota bene sinds haar doorbraak in 1990.
Op verzoek van de familie hadden belangstellenden van de rijen gevormd langs de route die de auto nam naar haar laatste rustplaats. Het riep herinneringen op aan de begrafenis van prinses Diana in Londen (1997) en – vooruit – onze eigen André Hazes in de Arena.
Al sinds dinsdagochtend stonden fans onder meer bij het huis waar de zangeres vijftien jaar heeft gewoond. Daar waren bloemen en kaarten neergelegd, maar stond ook een Volkswagenbusje dat haar hits en favoriete nummers uit speakers liet komen. Volgens Britse media had de familie van O’Connor dat geregeld omdat ze fan was van dat soort busjes.
Op Usenet trof ik deze ruwe beelden aan van de lokale televisie in de Ierse stad Bray. Ik heb er ademloos naar zitten kijken. Omdat het laat zien wat muziek betekent in het leven van mensen. Er is ook berusting, blijkt uit het laatste straatinterview. “All her demons are gone“.