Toen muzikant Henny Vrienten in 2022 overleed was Leo Oldenburger al bezig met zijn biografie. Daarvoor sprak hij met muzikanten die met hem werkten.

Soms lijkt het wel alsof Doe Maar slechts een korte anomalie was in het leven van Henny Vrienten. De zanger en bassist van de Nederlandstalige ska- en reggaegroep die in de jaren tachtig ongekend populair was, zat het liefst alleen in zijn huisstudio liedjes op te nemen. Niet in de schijnwerpers, maar juist in een dienende rol.

Fragment uit boekenrecensie NRC Handelsblad

‘Ik zie ‘Doe Maar’ nog steeds als een onderbreking in mijn leven’, zei Vrienten later in een interview. ‘Daarvoor was ik een redelijke einzelgänger. En sinds die tijd ben ik ook weer alleen.’

Ook na de Doe Maar-gekte ben ik Henny Vrienten blijven volgen en beschouw ik zijn latere werk als het beste wat de Nederlandstalige popmuziek ooit is overkomen. Onverteerbaar feit: geen enkele van zijn laatste soloplaten – het drieluik ‘En Toch’, ‘Alles Is Anders’, ‘Tussen De Regels’ – stond ook maar één week in de Nederlandse Album Top 100.
Ter illustratie van die laatste: ‘Museum van weemoed en gemis‘. De titel alleen al! Die prachtige koortjes!!

Vóór Doe Maar
Naar aanleiding van de biografie van Leo Oldenburger verdiepte ik me de voorbij dagen ook in diezelfde Henny Vrienten van vóór Doe Maar. Het boek schetst een beeld van een getalenteerde en gedreven muzikant uit Tilburg die aanvankelijk weinig succes had als solo-artiest onder namen als ‘Paul Santos’ en ‘Rudy Carmichael’. Hij verdiende de kost als liedjesschrijver voor de destijds nog succesvolle Volendamse groep The Cats en Frank & Mirella. De eerste keer dat een compositie van Henny Vrienten in de Top 40 belandde was twee jaar vóór de eerste successen van Doe Maar. Daarin verloochende de Brabander zijn Tilburgse roots niet, want de allereerste hit scoorde Vrienten met ‘Jodelodelodelodelohitie’, een carnavalshit (!) van De Twee Pinten.

Achtereenvolgens: van het enige Paul Santos-album het nummer ‘Sweet Wine’ dat Vrienten schreef voor een kerstalbum van The Cats, zijn geflopte single ‘Little Yellow Shop’, uitgebracht onder de naam Ruby Carmichael én zijn eerste Top 40 hit, geschreven voor de Twee Pinten.

Na omzwervingen via ‘Sammie America’s Gasphetti’ en bandjes als ‘Les Cruches’, sloot Henny zich aan bij The Rumbones. Een gelegenheidsformatie die in 1977 maar een paar maanden tourde. Daarin speelden ook Piet Dekker, Joost Belinfante én Ernst Jansz mee, de latere bandleden van Doe Maar.

VPRO-radio – immer alert – is er als de kippen bij en registreerde in De Troll (Hoorn) op 11 november 1977 feitelijk de geboorte van Doe Maar.

De pakkende reggae, waarmee de groep jaren later furore maakte is hierin al goed terug te horen.