Vinyl doet het in Nederland al een tijdje beter dan de compact disc, de CD. Wat inmiddels ook in de Verenigde Staten het geval is. Vorig jaar werden er zelfs dubbel zoveel dollars gespendeerd aan platen versus cd’tjes. Er gingen in de VS maar liefst 43 miljoen ouderwetse platen over de toonbank. Daarmee is vinyl weer helemaal hip en terug.
Je ziet het inmiddels ook terug in de groei van het aantal platenzaken. Op het niveau van 2004, toen er ruim 900 audiozaken waren, zit het nog lang niet. “We zien een voorzichtige ombuiging van de curve”, zegt marktonderzoeker Gertjan Slob. “Jarenlang zaten ze in een vrije val. Die is niet alleen gestopt; het aantal vinylwinkels neemt op dit moment zelfs weer wat toe”, zegt Slob. Daaronder zijn ook winkels die ook andere producten verkopen dan vinyl.
Het zijn geen mega-aantallen maar de trend is opmerkelijk, zegt Esther Vollebregt van Record Store Day Nederland. “Van pop-up-stores tot koffietentjes die vinyl erbij verkopen en hele nieuwe zaken. Wereldwijd zie je die ontwikkeling, maar Nederland staat hiermee wel in de top drie. complete artikel
Ik ben groot geworden met Wieteke van Dort. En jeugdhelden, die blijf je trouw. Op latere leeftijd streek ik ook neer in haar Den Haag, de hoofdstad van Indische Nederlanders. Diezelfde stad die ooit zo mooi door Van Dort alsvolgt werd bezongen:
We kunnen hier heus wel Indisch eten thuis klaarmaken Sambal goreng telor lontong tahoe pecis Alleen de buren hebben het niet zo graag
En we kunnen hier ook heus wel tropische planten kopen Zoals bijvoorbeeld kembang sepatoe Dat noemen ze hier hiBIScus En allerlei varens, canna′s, gerbera’s, orchideeën Maar het staat hier in de huiskamer toch heel anders Dan daar in de vrije natuur ja
Ach kassian het is voorbij Kassian het is voorbij Den Haag, Den Haag de weduwe van Indië ben jij
Het zijn passages uit het weemoedige ‘Arm Den Haag‘ die Wieteke van Dort zong in haar rol als de Indische Tante Lien. Als je ziet hoe de huidige ‘woke-generatie’ de Zwarte Pieten-discussie de voorbije jaren naar een kookpunt bracht, is het nog maar de vraag of Van Dort anno 2024 bij de omroepbazen nog kans had gemaakt met zo’n stereotyperende creatie als die van Tante Lien.
Het waren andere tijden. Direct na de eerste aflevering van de Late Late Lien Show kwamen bij de VARA 3000 brieven binnen.
Vooral van Nederlanders met Indische roots. Zij hadden veel waardering voor haar liedjes en verhalen over die periode.
Vanwege het grote succes besloot Van Dort ook weer op te gaan treden.
Tante Lien was een graag geziene gast bij oud-militairen, op Pasar Malams (Indische markten) en op Indische feestavonden. Het typetje was zelfs in Indonesië populair. Daar deed een deelnemer aan Indonesia Got Talent verkleed als Tante Lien mee met een van haar bekendste nummers, ‘Geef mij maar nasi goreng’.
Hit in Indonesië Als je een kijkje op YouTube neemt, zie je pas hoe ongekend populair dat nummer van Wieteke van Dort in het hedendaagse Indonesië nog altijd is, gezongen door lokale jongeren in een meestal onherkenbaar soort Nederlands.
De beste ‘cover’ die ik tegenkwam is van het Indonesiche jazztrio NonaRia, wat staat voor ‘vrolijke dames’. Ze speelden ‘Geef mij maar Nasi Goreng‘ van Wieteke van Dort in de toko, annex boekwinkel, annex koffieshop ‘Kios Ojo Keos’ in Djakarta. Na de eerste noten gaat er direct een golf van herkenning door de krappe ruimte. ‘Do you know it?!’, vraagt zangeres Nesia Medyanti Ardi. Wieteke van Dort verliet haar geboorteland noodgedwongen als 14-jarig meisje. Gelukkig schallen haar liedjes daar 67 jaar later nog altijd vrolijk rond.
Toen muzikant Henny Vrienten in 2022 overleed was Leo Oldenburger al bezig met zijn biografie. Daarvoor sprak hij met muzikanten die met hem werkten.
Soms lijkt het wel alsof Doe Maar slechts een korte anomalie was in het leven van Henny Vrienten. De zanger en bassist van de Nederlandstalige ska- en reggaegroep die in de jaren tachtig ongekend populair was, zat het liefst alleen in zijn huisstudio liedjes op te nemen. Niet in de schijnwerpers, maar juist in een dienende rol.
‘Ik zie ‘Doe Maar’ nog steeds als een onderbreking in mijn leven’, zei Vrienten later in een interview. ‘Daarvoor was ik een redelijke einzelgänger. En sinds die tijd ben ik ook weer alleen.’
Ook na de Doe Maar-gekte ben ik Henny Vrienten blijven volgen en beschouw ik zijn latere werk als het beste wat de Nederlandstalige popmuziek ooit is overkomen. Onverteerbaar feit: geen enkele van zijn laatste soloplaten – het drieluik ‘En Toch’, ‘Alles Is Anders’, ‘Tussen De Regels’ – stond ook maar één week in de Nederlandse Album Top 100. Ter illustratie van die laatste: ‘Museum van weemoed en gemis‘. De titel alleen al! Die prachtige koortjes!!
Vóór Doe Maar Naar aanleiding van de biografie van Leo Oldenburger verdiepte ik me de voorbij dagen ook in diezelfde Henny Vrienten van vóór Doe Maar. Het boek schetst een beeld van een getalenteerde en gedreven muzikant uit Tilburg die aanvankelijk weinig succes had als solo-artiest onder namen als ‘Paul Santos’ en ‘Rudy Carmichael’. Hij verdiende de kost als liedjesschrijver voor de destijds nog succesvolle Volendamse groep The Cats en Frank & Mirella. De eerste keer dat een compositie van Henny Vrienten in de Top 40 belandde was twee jaar vóór de eerste successen van Doe Maar. Daarin verloochende de Brabander zijn Tilburgse roots niet, want de allereerste hit scoorde Vrienten met ‘Jodelodelodelodelohitie’, een carnavalshit (!) van De Twee Pinten.
Na omzwervingen via ‘Sammie America’s Gasphetti’ en bandjes als ‘Les Cruches’, sloot Henny zich aan bij The Rumbones. Een gelegenheidsformatie die in 1977 maar een paar maanden tourde. Daarin speelden ook Piet Dekker, Joost Belinfante én Ernst Jansz mee, de latere bandleden van Doe Maar.
VPRO-radio – immer alert – is er als de kippen bij en registreerde in De Troll (Hoorn) op 11 november 1977 feitelijk de geboorte van Doe Maar.
De pakkende reggae, waarmee de groep jaren later furore maakte is hierin al goed terug te horen.
De eerste ontmoeting tussen John Lennon en Paul McCartney vond vandaag op de kop af 57 jaar geleden plaats, op 6 juli 1957. Voor Beatles fanaten is dát dus ook een jubileumdatum om bij stil te staan. Het gebeurde tijdens een tuinfeest van de St. Peter’s Church in Woolton, Liverpool.
John Lennon trad die dag op met zijn skiffle-band, The Quarrymen. Ze speelden op een geïmproviseerd podium in een veld achter de kerk. Paul McCartney, toen 15 jaar oud, werd naar het evenement gebracht door zijn vriend Ivan Vaughan, die ook een vriend van Lennon was. Vaughan introduceerde McCartney aan Lennon en de rest van de band na hun optreden.
Tijdens hun eerste ontmoeting speelde McCartney een aantal nummers voor Lennon, waaronder “Twenty Flight Rock” van Eddie Cochran, “Be-Bop-A-Lula” van Gene Vincent, en een medley van Little Richards nummers. McCartney demonstreerde ook hoe je een gitaar moest stemmen, iets wat Lennon nog niet volledig beheerste.
Lennon was onder de indruk van McCartney’s muzikale vaardigheden en zijn vermogen om liedjes te spelen en te zingen. Je zou kunnen zeggen dat die ontmoeting, 57 jaar geleden, feitelijk een keerpunt veroorzaakte in de geschiedenis van de popmuziek. complete artikel
De nieuwste AI-hype: apps als Suno of Udio die na een simpele (of complexere) opdracht zomaar een nieuw liedje uitspugen. Maar hoe klinkt die met kunstmatige intelligentie gemaakte muziek? De Volkskrant liet de app Udio vijf liedjes maken en vroegen drie Nederlandse popartiesten een oordeel te vellen.
Robin Kester (singer-songwriter), Kat Kalkman (van postpunkband Library Card) en Judith Rijsenbrij (maker van Nederlandstalige, elektronische muziek) vielen van hun stoel. ‘Ja, nu word ik echt boos. What the fuck? Als ik niet had geweten dat dit AI was, had ik het absoluut niet gehoord. Dit is gewoon een mens. Maar wat ik het ergst vind: hier wordt een hele muziektraditie nagemaakt, een tijdperk, een cultuur.’
Bij dit ragfijne, meerstemmig gezongen countryliedje, zakt de moed de musici enigszins in de schoenen. Rijsenbrij: ‘Dit zou ik nooit kunnen herkennen als AI. Zo mooi gezongen, de krakers in de stem precies op de juiste plekken om het echt te laten lijken.’
Kalkman: ‘Misschien leveren deze AI-apps wel nieuwe banen op, in plaats van dat ze werk afpakken. Vroeger zat je de hele dag aan een liedje te schrijven of te produceren, nu ben je bezig met het goed invullen van een prompt in een app om het perfecte liedje te krijgen. complete artikel
Vooropgesteld: ik heb natuurlijk níets met Dries Roelvink, maar las toch vandaag met belangstelling zijn interview in De Telegraaf in verband met een eerbetoon aan volkszanger Johnny Jordaan, binnenkort in poptempel Paradiso.
Dries Roelvink was nog maar een kleine jongen toen hij Johnny Jordaan leerde kennen. Zijn moeder Alie Roelvink – ze stierf in juni 2008, vijf weken na haar man Dries sr. – genoot enige bekendheid als vertolkster van het levenslied. De bezoekjes van Johnny aan zijn moeder staan Dries nog vaag bij. „Meestal kwam hij samen met Willy Alberti om nieuwe liedjes met haar in te studeren. Als ze binnenkwamen, wist ik hoe laat het was. In de huiskamer werd er ein-de-loos gerepeteerd. Als die twee binnenkwamen, vluchtte ik meteen de straat op.”
Pas vele jaren later drong het tot me door dat we al die tijd ’hoog bezoek’ hadden gekregen. Johnny en Willy waren iconen. Ik ben apetrots dat mijn moeder met die twee heeft gezongen. Johnny zong zoals zijn hart hem dat ingaf. Hij acteerde met zijn stem. Zong hij over verdriet, dan liet hij je huilen. Zong hij over geluk, dan werd je blij.” complete interview
Het gloriejaar 1956 Om de grootsheid van Johnny Jordaan voor de huidige Spotify-generatie te schetsen. Hij scoorde in 1956 niet minder dan vier hits. Daarvan is ‘De nieuwe feestpotpourri’ zijn grootste succes. Dat nummer, met een dubbele A-kant, stond maarliefst drie maanden in de Top 10. Het waren andere tijden.
Vanaf vandaag te zien op Disney+: een prachtig eerbetoon aan de legendarische Beach Boys die niet minder dan een revolutie in de popmuziek teweegbrachten. En het lijkt wel of er ruim een halve eeuw later met elke generaties nog altijd nieuwe fans bijkomen.
Volgens muziekkenner is de muziek van The Beach Boys legendarisch om meerdere redenen. “Wij denken allemaal dat het een dikke strijd was tussen The Stones en The Beatles. Maar eigenlijk was het een strijd tussen The Beach Boys en The Beatles”, vertelt radio-dj Wouter van der Goes. “Zij hebben elkaar ook beter gemaakt.”
Paul McCartney en John Lennon gooiden bijna de handdoek in de ring toen zij de eerste keer het Brian Wilson’s meesterwerk God Only Knows hoorden. Ze hoorden ‘Pet Sounds’ op een feestje en gingen linea recta naar het huis van Lennon om als een soort repliek daarop Here, There & Everywhere te schrijven. Paul McCartney is bescheiden over zijn eigen meesterwerkjes en houdt nog steeds vol dat God Only Knows gewoon het allerbeste popnummer is, dat ooit is geschreven. In deze speciale mix is de samenzang een tikje meer ‘naar voren’ gehaald:
Lee Clayton is dood en niemand die het weet. Volgens Josie Kuhn, Nashvillezangeres en vriendin, overleed de in vergetelheid geraakte countryrockzanger door zelfdoding op een motelkamer in het plaatsje White House in Tennessee.
Vooralsnog is zij de enige bron die dit bericht publiceerde op haar Facebookpagina. Laten we er eens van uit gaan dat dit inderdaad klopt. Dan ontstaat er een triest beeld van een man die op 80-jarige leeftijd in volstrekte anonimiteit en eenzaamheid is gestorven. Dat geen noemenswaardige media aandacht hebben besteed aan zijn overlijden is ergens wel begrijpelijk. Zijn laatste plaat dateert alweer van 1994. Afgezien van optredens in lokale kroegen in Nashville, maakt hij al jaren geen deel meer uit van de muziekindustrie. Geen manager, geen platenmaatschappij, tsja, dan verdwijn je blijkbaar uit het zicht van alles en iedereen.
Dat was ooit anders. “Er is maar een countryzanger die mij heeft beïnvloed en dat is Lee Clayton”, aldus Bono van U2. Clayton ontvangt rond diezelfde tijd in Nederland de Edison-muziekprijs. Zijn naam lijkt definitief gevestigd. Lees hier het complete in memoriam