Nadat de CD stormenderhand de huiskamers had veroverd (1983-1985), zette Nederland massaal z’n oude elpees en singletjes bij het grof vuil. Of in het gunstige geval ergens in een donkere hoek op zolder. Afgelopen week kreeg ik de bestofte verzameling van een mij onbekend echtpaar uit Godlinze in de schoot geworpen. Zij hebben niet de behoefte gevoeld om hun eigen muzikale herinneringen mee te verhuizen.
Al luisterend naar het nostalgisch spetterende vinyl onstond langzaam een beeld van de voormalige inwoners van het wierdedorp bij Delfzijl. Ze moeten veel van operette hebben gehouden, zoveel maakte de collectie wel duidelijk. En van stijldansen. Foxtrot met name. En er is een connectie met Italië ergens in de jaren zeventig van de vorige eeuw.
Misschien hebben zij er een tijdje gewoond of anders was het destijds hun favoriete vakantiebestemming. ‘Stasera mi Butto’ van Rocky Roberts and the Airedales past eigenlijk niet zo tussen het verzamelde werk van dit Groningse paar. Veel te wild. Maar het meest opvallende singletje waar ik tijdens mijn ontdekkingstocht op stuit is gemaakt door de Duitse pianist Crazy Otto.
Fritz Schulz-Reichel
Omdat ik in een nieuwsgierige periode zit, verplaatste mijn belangstelling zich direct van de voormalige pastoriebewoners in Godlinze naar Crazy Otto. Een artiestennaam blijkt al snel, waarachter ene Fritz Schulz-Reichel schuilgaat.
Een stevige spittocht op internet maakt duidelijk dat de kleine Fritz al als zevenjarig joch achter de piano zat. Tot grote ontsteltenis van zijn vader – zelf pianist bij een serieus symphonie-orkest – raakt de puberende Fritz eind jaren 20 geinteresseerd in jazz en later (nog erger) in frivole ragtime-muziek.
De jonge muzikant bouwt met optredens in de bekendste lunchrooms en café’s van Berlijn al snel lokale bekendheid op. Hij ontwikkelt een eigen stijl van piano spelen waarbij hij de ritmepartijen met zijn rechterhand speelt, de melodielijn met zijn linkerhand en er vocaal wat ongedefinieerde klanken aan toevoegt.
Honky-tonk
De party-musik van Fritz sloeg aan, tot ergenis van zijn klassiek geschoolde vader. Via Parijs waagt Schulz-Reichel de oversteek naar Amerika waar hij zich de artiestennaam Crazy Otto laat aanmeten.
Erg veel potten heeft hij daar niet kunnen breken, hoewel honky-tonk pianist Johnny Maddox met een medley van Crazy Otto-nummers in 1955 wel een dikke hit heeft in de VS.
Aan het eind van zijn leven keert Otto als Fritz terug naar Berlijn.
Hij is daar op 14 februari 1990 overleden.
Meer over Crazy Otto