Wie dit blog een beetje volgt, kent mijn fascinatie voor het spreeuwenspel. Dit is al sinds de aanvang van dit schrijven, inmiddels vijftien jaar geleden, mijn 5e posting over dit onderwerp. Aanleiding nu:
Een uitleg bij RTL Nieuws hoe kan het dat ze in die drukte nooit met elkaar in botsing komen. “Het lijkt haast één organisme als je ernaar kijkt. Maar elke spreeuw houdt zes of zeven andere spreeuwen om zich heen in de gaten”, vertelt Timo Roeke van de Vogelbescherming.
Hoogleraar theoretische biologie Charlotte Hemelrijk vult aan: “Ze vliegen gemiddeld op een afstand van 1 meter van elkaar en verder vliegen ze ook op vaste snelheid. Er zijn wel dieren die bijvoorbeeld op een gegeven moment naar links gaan, maar dan buigen de anderen mee, dus ze passen alsmaar met die zeven buren hun bewegingsrichting aan.”
Die spreeuwen lijken een soort synchrone dans uit te voeren, maar dat is niet zo. “Al die patronen die ze vormen, lijken heel synchroon, omdat wij heel langzaam kijken. Dus wij zien dingen als synchroon, bijvoorbeeld de hele zwerm gaat in één keer naar links. Maar in ons computermodel is het niet synchroon. Ieder dier reageert op zijn eigen moment.”
Op dezelfde dag dat RTL Nieuws er aandacht voor had, vroeg NRC zich af:
Is er een leider in een zwerm vogels? – NRC