Schaakmat in Laugardælir
Het was een hele zoektocht, maar aan het begin van de avond had ik dan toch eindelijk het IJslandse boerengehucht Laugardælir gevonden. Het was de beheerder van een nabijgelegen golfbaan die me in de goede richting wees, naar het hagelwitte kerkje op een heuvel iets verderop.
Dertig inwoners moet Laugardælir tellen, maar waar ze zich ophouden werd mij vanavond niet duidelijk. De enige drie huizen die rond het onverharde kerkpleintje zijn gegroepeerd, maken een verlaten indruk.
Het hek dat toegang geeft tot de plaatselijke begraafplaats zit gelukkig niet op slot. Lang hoef ik niet te zoeken naar de laatste rustplaats van Robert James (Bobby) Fischer, korte tijd briljant schaker.
Nadat de excentrieke Amerikaan in 1972 op overtuigende wijze een eind maakte aan de Russische schaakhegemonie ging hij vreemd doen. Hij veroorzaakte opschudding met anti-joodse en anti-Amerikaanse uitspraken, schreef een brief aan Osama bin Laden, werd verdacht van een bankroof, woonde op de Filippijnen, werd Japan uitgezet en vroeg politiek asiel aan in IJsland.
Een beller
Daar leidde Robert James Fischer een teruggetrokken bestaan. Eén keer nog liet hij van zich horen. Dat was op 10 december 2006 na een schaakwedstrijd die live op RUV, de IJslandse televisie werd uitgezonden (waar vind je dat nog?). Schaakanalist Helgi Olafsson kreeg toen nog tijdens het programma een beller aan de lijn die hem wees op een winnende combinatie van zetten die zowel de spelers als de commentatoren in de studio over het hoofd hadden gezien.